Ted Polet boeken

WIE SCHRIJFT...

Ted Polet

OVER MIJZELF

Ik ben een babyboomer en heb de schrale maar nette jaren vijftig meegemaakt, gevolgd door de wilde jaren zestig als middelbare scholier in Amsterdam. De Telegraafrel, Provo, de wazige rituelen bij het Lieverdje op het Spui, het gerommel met hasj en marihuana, ik heb het van dichtbij zien gebeuren. In 1968 liepen sommigen op mijn school, het gerenommeerde Barlaeus Gymnasium aan de Weteringschans, zelfs rond met het rode boekje van Mao. Ondanks al het gedonder heb ik daar gelukkig onderwijs gekregen van uitstekende docenten.

SPONS

Op school was ik een soort spons, die kennis opzoog. Die school was echt gericht op leergierige kinderen; we leerden over de vakken heen te kijken. In de middagpauze gaven de docenten voor de liefhebbers soms een soort 'masterclass'; geen examenstof maar kennisverbreding. die cursussen zaten altijd vol.

Na mijn eindexamen ging ik scheikunde studeren, mijn grootste interesse in mijn schooltijd. Ik kwam helaas van een koude kermis thuis. De scheikundestudie in Delft begon met veel wiskunde, veel natuurkunde en pas héél ver daarna ook nog een beetje chemie. Het werd gauw duidelijk dat ik daar niet thuishoorde; ik voelde er niets bij.

ZEEVAART

Een buurman van mijn ouders was tankerkapitein en raadde mij aan naar zee te gaan. Zo begon ik in 1972 aan de Hogere Zeevaartschool in Rotterdam. Dat was een heel andere wereld, een mannencultuur waar je moest leren overleven. Het was een harde leerschool en niet altijd even fijn, maar ik voelde mij na korte tijd als een vis in het water bij de intrigerende mix van kennis die mij werd aangeboden.

In 1973 ging ik voor een jaar naar zee, gevolgd door een laatste jaar studie, waarna ik als gediplomeerd stuurman ging varen. Het was op die schepen lang niet altijd koek en ei, maar over het geheel genomen heb ik er goede herinneringen aan.

AAN DE WAL

Helaas was mijn loopbaan in de zeevaart van korte duur. Na enkele jaren begon ik gezondheidsklachten te krijgen, die in 1978 uitmondden in een ziekenhuisopname en een zware operatie. Ik kreeg het advies van mijn arts om de zeevaart eraan te geven. Nog geen 27 jaar oud stond ik zo opnieuw met lege handen.

Na mijn herstel werd ik operator bij een rekencentrum, het begin van een nieuwe loopbaan in de ICT, die uitmondde in organisatiewerk: kwaliteitsmanagement, bedrijfsmodellering, projecten. Soms ging dat een tijdlang best goed en ik had er zelfs flair voor, maar het was niet altijd motiverend; te vaak bleek na maanden werk alles weer achterhaald te zijn.

Het werk in een grote overheidsorganisatie, waar nooit een steen op de andere bleef, werd uiteindelijk als de vloek van Sisyphus uit de Griekse mythologie, telkenmale een loodzware steen de berg op te moeten duwen om hem dan weer naar beneden te zien rollen.

Ik kreeg zo nooit meer de voldoening van de zeevaart terug. Bij misschien wel de twintigste reorganisatie in evenzovele jaren tijd werd ik overtollig en koos ik voor vervroegd pensioen; ik was inmiddels 60 jaar. Het was een opluchting omdat ik niet meer verplicht was om allerlei voor mijn gevoel nutteloze dingen te doen.

Desondanks voelde de inactiviteit niet goed. Niet lang daarna ging ik fictie schrijven.

        

Boeken   Schrijven   Uitgeven   Biografie   Zeilen   Zeevaart   Home